De VvE en de gasketelwet
Op 1 april 2023 is de gasketelwet in werking getreden. Het doel van deze wet is dat het aantal ongevallen door koolmonoxide afneemt. Deze wet bepaalt dat enkel installatiebedrijven en monteurs met een bewijs van vakmanschap (CO-certificering) werkzaamheden mogen uitvoeren aan gasverbrandingstoestellen. Deze verplichting geldt voor zowel de installateur als de opdrachtgever. De handhaver van deze wetgeving kan bij overtreding (in beginsel) beide partijen aanspreken. Gecertificeerde bedrijven moeten hun werkzaamheden conform het certificatieschema uitvoeren. De inhoud van de certificatieschema’s is neergelegd bij de markpartijen. Op dit moment zijn er vijf certificatieschema’s. In de beoordelingsrichtlijn ‘BRL K25000’ is bijvoorbeeld opgenomen dat bij vervanging van een afvoer gebonden gasverbrandingstoestel het afvoersysteem geschikt moet zijn voor de resterende levensduur van het gasverbrandingstoestel van ten minste vijftien jaar. Onder meer op dit punt kunnen problemen ontstaan bij VvE’s: de installateur zal niet overgaan tot vervanging van de cv-ketel wanneer de daaraan gesloten rookgasafvoerleiding ‘verouderd’ is. Dergelijke (gemeenschappelijke) systemen zullen dus gecontroleerd moeten worden indien onderhoud wordt uitgevoerd aan een cv-ketel in een privégedeelte. Afhankelijk van de feitelijke en de juridische situatie (wel of geen gemeenschappelijke rookgasafvoeren en/of cv-ketel op basis van de akte van splitsing) zal uiteindelijk per VvE, moeten worden beoordeeld aan welke vereisten moet worden voldaan. In de toekomst worden mogelijk meer certificatieschema’s opgesteld, zodat (installatie)bedrijven meerdere mogelijkheden hebben en wellicht meer kan worden voldaan aan de belangen van de VvE’s in de praktijk. De wetgever heeft immers welbewust de keuze gemaakt om de inhoud van de certificatieschema’s neer te leggen bij de marktpartijen. |
Bron: Rijssenbeek Advocaten